Speelgoed van buitenlandse webshops is vaker onveilig

Iedere vier minuten belandt er een oudere (65+) door een val op de Spoedeisende Hulp (SEH). Dit aantal is ten opzichte van vorig jaar met 11 procent toegenomen, terwijl de druk op verzorgings- en ziekenhuizen onverminderd hoog is.

Ruim de helft van de senioren meldt zich met ernstig letsel, zoals pols- en heupfracturen of hersenletsel. Met alle gevolgen van dien. Een valongeval heeft namelijk veel impact op de zelfredzaamheid van ouderen, zoals het langer thuis kunnen wonen en de kwaliteit van leven. Bovendien leidt een eerste val vaak tot een neerwaartse spiraal van letsel, verminderde mobiliteit, sociaal isolement, verslechterde voeding en meer vallen.

Wanneer er niet wordt ingegrepen, neemt het aantal ouderen dat jaarlijks op de SEH terechtkomt mede door dubbele vergrijzing richting 2030 fors toe. Want hoe hoger de leeftijd, des te groter het valrisico.  

De zorgkosten die gepaard gaan met een SEH-bezoek, opname of revalidatie bedragen momenteel 1.3 miljard euro. Wanneer er niet wordt ingegrepen, neemt het aantal ouderen dat jaarlijks op de SEH terechtkomt mede door dubbele vergrijzing richting 2030 fors toe en daarmee ook de zorgkosten. Om dit probleem het hoofd te bieden, is preventie dé sleutel.

Gelukkig kunnen ouderen veel doen om het risico op een val te verlagen. De meest effectieve vorm van valpreventie is daarom deelname aan een valpreventieve beweeginterventie die zich richt op de verbetering van kracht, mobiliteit en balans. Dit zorgt ervoor dat ouderen sterker worden en dus beter hun balans kunnen houden wanneer deze wordt verstoord.

Als aanvulling daarop kan vervolgens gekeken worden naar andere risicofactoren van een val. Denk onder andere aan een medicatiecontrole, het controleren van veiligheid in huis of het goed en gezond eten en drinken. Dit hangt af van de individuele context. Door ouderen met een verhoogd valrisico op tijd te identificeren, een valpreventieve beweeginterventie aan te bieden en aanvullende maatregelen te nemen kan het valrisico worden verlaagd.

De zorgpremies gaan aanzienlijk stijgen als gevolg van de stijgende zorgkosten. De voornaamste oorzaak is de loonstijging van het zorgpersoneel, maar ook de steeds groter wordende zorgvraag speelt hierbij een rol. Het is dus zaak om die zorgvraag te verlagen door in te zetten op preventie.  

Elke dag belanden er 200 kinderen tussen 0 en 11 jaar op de spoedeisende hulp van een ziekenhuis, dat is 1 kind per 6 minuten. In ruim de helft van de gevallen gaat het om ernstig letsel. Denk aan een val van de trap of verbranding door hete thee.  

Een groot deel van deze ongelukken is te voorkomen. Het gaat bij jonge kinderen vaak mis in en om het huis, terwijl de ouders in de buurt zijn. Eén van de oorzaken is het feit dat ouders onderschatten hoe snel hun kind zich ontwikkelt en wat het allemaal al kan. Ze missen de signalen bij hun kind dat ze een nieuwe mijlpaal naderen, zoals kruipen of optrekken tot staan.  

Om ouders te ondersteunen heeft VeiligheidNL de Mijlpalen-check ontwikkeld. Zo kunnen ze ontdekken welke mijlpaal hun kind bijna bereikt en hoe ze hem of haar op het juiste moment kunnen beschermen én versterken. Want voorkomen is beter, èn goedkoper dan genezen.

Twee derde van de enkelblessures leidt tot sportverzuim. Frenkie de Jong moet dit helaas ook aan den lijve ondervinden. Hij mist zo goed al zeker de interlands van Oranje tegen Frankrijk en Griekenland.

Enkelblessures verschillen in gradatie van licht tot ernstig. Zeventig procent van de enkelblessures zijn dermate ernstig dat de sporter tijdelijk niet kan sporten. Dit blijkt uit een rapportage over sportblessurecijfers van VeiligheidNL. De duur van het verzuim loopt uiteen, het gemiddelde sportverzuim per enkelblessure komt neer op zestien dagen. 

Jaarlijks ontstaan er tijdens het sporten veel enkelblessures, in 2022 naar schatting 490.000. Hoewel een enkelblessure met regelmaat wordt afgedaan als een simpele blessure (“Het is maar een enkeltje…”), leiden deze blessures samen op jaarbasis toch tot flink aantal dagen sportverzuim. En dat terwijl het risico op een sportblessure flink kan dalen door het gebruik van bewezen effectieve blessurepreventie maatregelen als een enkelbrace, enkeltape of enkelversterkende oefeningen.

Om nieuwe enkelbandletsels te voorkomen is het advies om de preventieve maatregel vol te houden. Het is daarom belangrijk dat sporters een methode of maatregel kiezen die bij hen past, zo houden ze het gebruik ervan langer vol. Uit onderzoek is gebleken dat het combineren van preventieve middelen of maatregelen geen meerwaarde heeft. Dus één methode kiezen en deze volhouden is genoeg.

Dit weekend waren er op de Nederlandse voetbalvelden weer diverse voetbalblessures waar te nemen. Ondanks het positieve nieuws dat, op basis van de meest recente landelijke blessurecijfers, het risico op een blessure lijkt af te nemen, komen voetbalblessures nog vaak voor.  

Het aantal meisjes en vrouwen dat aan voetbal doet, neemt toe blijkt uit de rapportage “Zo sport Nederland” van NOC*NSF. Doordat er meer meisjes en vrouwen aan voetbal doen, ontstaan er ook meer blessures bij hen dan voorheen. Het aandeel van de meisjes en vrouwen lijkt vanaf 2019 iets toe te nemen, nadat er in dat jaar eerst een kleine daling was waargenomen. Op basis van de landelijke blessurecijfers kunnen hierover echter geen definitieve uitspraken worden gedaan.  

Feit blijft wel dat in het voetbal, als grootste teamsport van Nederland en contactsport, veel blessures ontstaan.  Met een juiste warming-up en goede training kunnen blessures voorkomen worden, en kan het risico op een blessure verminderen. Omdat er steeds nieuwe voetballers en vooral ook voetbaltrainers bij komen, blijft het dus belangrijk om alle aandacht voor blessurepreventie actueel te houden. 

Regelmatig zie ik terugroepacties of waarschuwingen voorbij komen vanuit de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit, waarbij het gaat over onveilig speelgoed. Deze week gaf de NVWA aan dat ze in de afgelopen jaren twintig meldingen hadden ontvangen over mogelijk onveilige speenkoorden.

Natuurlijk is het goed dat, zodra er een onveilige situatie gemeld wordt, het product teruggeroepen wordt. Maar wat nog veel belangrijker is, is dat ouders van jonge kinderen zich bewust zijn van de risico’s en regelmatig het speelgoed van hun kinderen controleren:

• Check tijdens het opruimen van het speelgoed aan het eind van de dag of alles nog heel is, of er geen stukjes plastic afgebroken zijn, waardoor er scherpe randen of punten zijn ontstaan. 

• Controleer of er geen kleine onderdelen los kunnen komen. 

• Heel belangrijk, controleer bij elektronisch speelgoed of het batterijklepje nog goed dicht zit. 

• Check bij magnetisch speelgoed of de magneten nog goed vast zitten. 

• Trek bijvoorbeeld aan het speenkoord zodat je ziet of er geen kralen los komen en check ook het bevestigingsclipje.

Een kleine moeite, maar het kan veel leed voorkomen.

Voetballer Jurriën Timber van Arsenal raakte dit weekend geblesseerd. Maandag werd bevestigd dat hij door een knieblessure voorlopig niet meer kan voetballen. Momenteel is ook het WK-vrouwenvoetbal aan de gang, waar veel internationale sterspeelsters vooral schitteren door afwezigheid door een blessure aan de knie.

De genoemde voorbeelden komen uit de voetbalsport, maar knieblessures komen in iedere sport voor. Sinds jaar en dag is de knie het meest aangedane lichaamsdeel bij sporten. In 2022 ontstonden er naar schatting 1,2 miljoen knieblessures tijdens het sporten, 23 procent van het totaal aantal sportblessures. Dit blijkt uit een rapportage over sportblessurecijfers van VeiligheidNL die binnenkort verschijnt.

Knieblessures verschillen in gradatie van licht tot ernstig. Ruim twee derde van de knieblessures (69 procent) is dermate ernstig dat de sporter tijdelijk niet kan sporten. De duur van het verzuim loopt uiteen, het gemiddelde sportverzuim per knieblessure komt neer op 17 dagen. Bij ernstige knieblessures zoals een voorste kruisbandruptuur duurt het herstel vele weken langer.  

Door de vele knieblessures rijst de vraag of preventie niet mogelijk is. Het antwoord is dat dat wel kan, er zijn effectieve preventieve oefenprogramma’s, maar preventie wordt nog maar weinig toegepast. Om preventieprogramma’s goed in te kunnen zetten, is het voor sportonderzoekers belangrijk om risicogroepen voor knieblessures in Nederland beter in kaart te brengen. De 1,2 miljoen knieblessures ontstaan niet alleen bij voetbal. Vervolgens is het noodzaak om de preventieve programma’s verder af te stemmen op specifieke risicogroepen.