Discriminatie tegengaan kan niet van buitenaf opgelegd worden

03-11-2022 15:06 | 7 maanden geleden Binnenland
Hilde Bakker

Dit is een expertquote via ANP Expert Support
Movisie
Aanleiding: Halsema vanmiddag in debat over lhbti-steunverklaring Amsterdamse moskeeën | ANP

Burgemeester Halsema gaat op 3 november in de Stopera met Amsterdamse gemeenteraadsleden in debat over haar plan om moskeeën een steunverklaring voor de lhbti-gemeenschap te laten tekenen. De ervaring van Movisie is dat, wil je discriminatie van lhbti-personen tegengaan je dit niet van buitenaf kunt opleggen. En dat je er niet bent met een met de mond beleden verklaring. Verandering werkt het best als dit (ook) ‘van binnenuit’ plaatsvindt, op een manier en in een tempo dat aansluit bij de groep.

Vanuit de Alliantie Verandering van Binnenuit werken we aan gendergelijkheid en de acceptatie van lhbti-personen in de diverse gesloten culturele gemeenschappen. Onze partnerorganisaties zetten gespreksleiders in om in dialoog met de mensen een normverandering op gang te brengen. De gemeenschap moeten zich kunnen inleven in wat een lhbti-persoon meemaakt aan discriminatie, wat dat voor gevolgen heeft en hoe belangrijk steun vanuit de eigen familie en gemeenschap is.

Dat begrip krijg je sneller als je samen stilstaat bij wat je zelf aan discriminatie meemaakt. De dagelijkse realiteit van alle deelnemers aan de meer dan 700 dialoogbijeenkomsten die de Alliantie in de afgelopen jaren organiseerde is namelijk dat zijzelf discriminatie ervaren, als moslim, als migrant of vluchteling, of als (klein)kind van een migrant of vluchteling. Stilstaan bij deze ervaringen, erkenning geven en stilstaan bij wat dit met je doet, met je familie, je gemeenschap, dat opent de harten en gedachten om ook aan acceptatie van lhbti-personen te werken.

Als de omstanders via deze weg empathie begrip krijgen en zich kunnen inleven, dan verandert er iets, helemaal als zij ervaren hoe ook anderen, zeker diegene met aanzien, in hun gemeenschap positief denken over lhbti. Deze ervaringen en inzichten kunnen we onderbouwen met wetenschappelijke kennis.

Het idee van de moskeebesturen om evenementen in de verschillende stadsdelen te organiseren en om het thema te verbreden naar discriminatie breed is wat ons betreft een heel goed idee. De gemeente zou dat moeten omarmen, want dit kan een goede en meer duurzame verandering op gang brengen dan (alleen) het opstellen en ondertekenen van een verklaring door moskeebesturen en andere kerkelijke organisaties.

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met onze expert Hilde Bakker, of de communicatieadviseur van dit onderwerp Paul van Yperen.
Dit is een expertquote van een deelnemer van de dienst ANP Expert Support. De ANP-redactie is niet verantwoordelijk voor deze quote. Zie anp.nl/experts
Movisie
plaats:
Utrecht
website:
https://www.movisie.nl/verandering-binnenuit

Andere quotes van deze organisatie

Sociaal werk staat onder druk door uitstroom personeel

Het aantal werknemers in zorg en welzijn is in 2022 voor het zesde jaar op rij toegenomen, berekende het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Het totale bestand aan werkenden in deze sectoren is met netto 20.000 mensen gegroeid. Toch is dit niet genoeg voor het opvangen van de personeelstekorten in het sociaal werk. Deze tekorten nemen de laatste jaren alleen maar toe: sociaal werk is een van de branches binnen zorg en welzijn waar de uitstroom van personeel zeer groot is. Hierdoor staat de continuïteit en kwaliteit van het sociaal werk onder druk.

Dit is een van de uitkomsten in het nieuwe rapport ’Sociaal werkers anno 2023’ van Movisie over de beroepsgroep sociaal werk. De onderzoekers constateren ook dat het onduidelijk is hoeveel werknemers in het sociaal domein werkzaam zijn bij gemeenten. In de branche sociaal werk zijn 58.000 sociaal werkers. Met de branche gehandicaptenzorg en de jeugdzorg erbij gaat het om 190.000 sociaal werkers. Over de sociaal werkers in dienst van gemeenten zijn echter geen cijfers beschikbaar.

5 dagen geleden

Gebrek aan bondgenoten mede oorzaak hoge suïcidecijfers onder lhbti+'ers

In 2022 maakten 1.916 mensen een einde aan hun leven, meldt het CBS. Dat zijn gemiddeld ruim vijf zelfdodingen per dag. Bij jongeren onder de 30 jaar is zelfdoding de meest voorkomende doodsoorzaak. Met name het aantal suïcidepogingen onder lhbti+-personen is al jaren erg hoog. Hoe kunnen we die cijfers omlaag krijgen?

Al in 2012 bleek uit cijfers van het Sociaal en Cultureel Planbureau dat zij vier keer zo vaak een suïcidepoging deden als gemiddeld. In de jaren daarna werden verschillende projecten en initiatieven opgezet om lhbti+-personen te steunen.

Een voorbeeld is de website www.iedereenisanders.nl die 113 zelfmoordpreventie het COC en Movisie enkele jaren geleden lanceerden. Ook de nieuwe documentaire ‘Uit het leven’ heeft tot doel om lhbti+-personen houvast te bieden. Dat is goed en belangrijk, want het is afschuwelijk en hartverscheurend dat zoveel lhbti+ personen vaak geen uitweg zien.

Schamen

Maar er is meer nodig dan initiatieven die zijn gericht op de lhbti+-groep zelf. Het wordt tijd dat de samenleving ruimte voor hen maakt om in het leven te staan. Eigenlijk moeten wij ons als samenleving rot schamen dat we kennelijk zo’n onveilige situatie creëren dat de helft van de lhbti+-personen gedachten heeft over suïcide.

Die samenleving zijn we zelf; familieleden, buren en collega’s. Een positieve houding wérkt, blijkt uit onderzoek uit 2017 van de Rijksuniversiteit Groningen, het Nivel en de Universiteit van Gent. Lhb-personen, transgenders en non-binaire mensen die een positieve reactie van hun ouders en de rest van de omgeving krijgen, blijken minder vaak zelfmoordgedachten te hebben en minder vaak suïcidepogingen te doen. 

Bondgenoot

Laat zien dat er ruimte is voor diversiteit op alle vlakken. En wees een bondgenoot van lhbti+-personen. Ga in tegen mensen die de zogenaamd grappige opmerkingen maken over lhbti+-personen, hun vrijheid willen inperken of feitelijke onjuistheden over hen de wereld in slingeren.

2 weken geleden

CBS-onderzoek onderstreept noodzaak aanpak online discriminatie

Uit het rapport Online Veiligheid en Criminaliteit 2022 van het CBS blijkt dat bijna 340.000 (1 procent van de bevolking) zich vorig jaar weleens online gediscrimineerd voelde. Dit kan verstrekkende gevolgen hebben. Meer dan de helft van deze groep zegt daardoor minder vertrouwen in mensen te hebben. Ook leidde het bij ruim 30 procent tot depressieve klachten.

De resultaten bevestigen eerder kwalitatief onderzoek van Movisie naar online discriminatie. Hieruit bleek dat behalve offline discriminatie, ook online discriminatie de gezondheid ernstig kan aantasten. Het kan bij iemand leiden tot stress of slechtere werk- of schoolprestaties. Niet alleen als je zelf discriminerende posts ontvangt, maar ook als je ziet dat anderen die op jou lijken deze berichten krijgen. Ook op samenlevingsniveau zijn de resultaten van het CBS-onderzoek verontrustend. Haatberichten op sociale media voeden groeiende tegenstellingen tussen groepen. En leveren dus ‘brandstof’ voor de (ervaren) polarisatie en radicalisering.

Stevig inzetten op aanpak

Het onderzoek van het CBS onderstreept het belang om stevig in te zetten op de aanpak van online discriminatie. Uit een verkennend onderzoek van Kennisplatform Inclusief Samenleven (KIS) komt naar voren dat de tijd daar rijp voor is. De rijksoverheid, gemeenten, overheidsinstanties en maatschappelijke organisaties zijn zich bewust van het probleem en willen er iets aan doen, maar het risico is groot dat andere maatschappelijke problemen prioriteit krijgen. Maar de enorme hoeveelheid haat en discriminatie die online verschijnt én de gevolgen die dit op individueel en samenlevingsniveau hebben, maken dat het ingewikkelde probleem snel moet worden opgepakt en dat organisaties hierbij structureel moeten samenwerken. Met de Kamerbrief Aanpak online discriminatie, racisme en hatespeech zijn hier de eerste stappen toe gezet.

Gaming

Bij een structurele aanpak is het belangrijk om aandacht te hebben voor diverse platformen. Naast sociale media, fora, dating-apps en WhatsApp moeten gaming-platformen worden meegenomen. Juist het hoge gebruik van online games onder kinderen en jongeren maken het urgent om discriminatie hier beter in het vizier te krijgen en er een aanpak op te ontwikkelen. KIS doet hier op dit moment een eerste onderzoek naar.

3 weken geleden

Discriminatie binnen politie vraagt om effectieve aanpak en inclusieve werkcultuur

Eind april is er een leidinggevende bij de politie Midden-Nederland ontslagen wegens discriminatie en pestgedrag. Discriminatie en pestgedrag binnen de politie ondermijnen de geloofwaardigheid en professionaliteit van het politiekorps. Het recent ontslag van een leidinggevende wegens discriminatie laat zien dat de politie haar verantwoordelijkheid neemt. Er is echter nog veel werk te verrichten om discriminatie binnen de politie te bestrijden. De politie moet inzetten op bewustwording, veiligheid, training en inclusiviteit. Op die manier schep je kansen voor een inclusieve organisatiestructuur- en cultuur die efficiënt is in het verbannen van discriminatie en pestgedrag.

Ontslag lijkt hier rechtvaardig, maar voorkomen is beter dan genezen. Hoe ga je preventief te werk? De politie kan proactief werk maken van een inclusieve werkcultuur en een effectieve aanpak van discriminerend gedrag. Dat begint met bewustwording creëren over wat discriminatie en pestgedrag inhoudt, hoe het ontstaat en welke gevolgen het heeft voor individuen en groepen, binnen de politie en in de samenleving. Van belang is dat politiemedewerkers zich bewust van zijn van wat discriminerend gedrag is, zodat zij dit herkennen wanneer het voorkomt in hun werkzaamheden.

Een veilige meldingscultuur stimuleren helpt bij het bestrijden van discriminatie. Politiemedewerkers moeten zich veilig en vrij voelen om misstanden te melden, zonder bang te zijn voor vergeldingen of stigmatisering. In deze context is het belangrijk dat de politie een duidelijk beleid heeft, inclusief regels en protocollen, voor het melden van discriminatie en pestgedrag. En dat medewerkers dit op het netvlies hebben.

Naast bewustwording en veiligheid is het cruciaal dat politieagenten en leidinggevenden kennis hebben van de verscheidene culturen, tradities en gewoonten die hedendaags Nederland verrijken. Vanuit cultuursensitiviteit leren politiemedewerkers om te gaan met de superdiversiteit in hun werkzaamheden.

Een inclusieve werkcultuur creëren betekent daarnaast dat diversiteit binnen de politie gestimuleerd wordt. Door sociale diversiteit binnen te halen en te behouden in politieopleidingen, op de werkvloer en op straat geef je iedereen ruimte om zichzelf te kunnen zijn.

Om dit te bereiken kan de politie het beste actief gaan werven op medewerkers onder gediscrimineerde bevolkingsgroepen. Diversiteit en inclusie vormen geen doel op zich is, maar een middel om discriminatie tegen te gaan. Een inclusieve werkcultuur zorgt dat iedereen zich veilig voelt om misstanden te melden.

4 weken geleden

Weghalen regenboogvlaggetjes op scholen maakt schoolklimaat juist onveiliger

Tijdens een bijeenkomst over inclusie op een school in Apeldoorn op 25 april, waar lhbti+-leerlingen centraal stonden, zijn door de beveiligingsmedewerkers de opgehangen regenboogvlaggetjes in de school verwijderd. Volgens de medewerkers was dit ten behoeve van de veiligheid van de leerlingen, aangezien andere leerlingen hier ‘aanstoot aan namen’. Dit is de laatste in een reeks incidenten de afgelopen tijd waarbij de zichtbaarheid van de lhbti+-gemeenschap tot nare en soms gewelddadige reacties leidde – onder andere in Eindhoven, Groningen en Goeree-Overflakkee.

Dat zichtbaarheid van een groep kan leiden tot vervelende reacties, is al langer bekend. Maar zichtbaarheid is juist een middel om te zorgen dat meer mensen bekend raken met een bepaalde groep mensen die ze niet vaak (bewust) ontmoeten in het dagelijks leven. Onbekend maakt onbemind – en bekendheid, mits gepaard met betrouwbare informatie, leidt uiteindelijk tot meer begrip en minder angst voor het onbekende.

Een positieve sociale norm stellen is een bewezen methode om discriminatie tegen te gaan. Een regenboogvlag ophangen lijkt misschien een klein gebaar, en het weghalen daarvan lijkt dan ook geen groot probleem, maar al deze kleine symbolen leiden uiteindelijk tot het stellen van een sociale norm waarbij de lhbti+-gemeenschap zichtbaar en zichzelf mag zijn. Zeker op scholen is dit belangrijk. Op scholen met bijvoorbeeld een actieve GSA (Gender & Sexuality Alliance) is de lhbti+-gemeenschap meer zichtbaar en kunnen leerlingen elkaar makkelijker vinden voor steun en uitwisseling. School wordt dan niet opeens een perfecte plek waar iedereen ongelimiteerd zichzelf kan zijn, maar we zien wel positievere ontwikkelingen bij scholen met een actieve GSA.

Lhbti+-jongeren zijn extra kwetsbaar voor psychische problematiek, eenzaamheid en worden meer gepest. Als school moet je dan juist zorgen dat deze leerlingen zich thuis voelen en zichtbaar zijn op de plek waar ze het grootste deel van hun tijd doorbrengen. De veiligheid van leerlingen is natuurlijk ontzettend belangrijk – en juist daarom moeten die vlaggen blijven hangen. Het weghalen van die vlaggen voelt, zoals een oud-leerlinge in het artikel zegt, alsof er ‘alleen stappen terug gezet worden’. Juist door die vlaggen te laten hangen draag je als school de positieve sociale norm uit die lhbti+-leerlingen nodig hebben om zich veilig te voelen op school.

1 maand geleden

Gemeenten moeten bij komst azc beter communiceren met bewoners

‘Geen azc in Nederhorst den Berg na onrust’, kopte ANP eerder. Niet alleen in Nederhorst den Berg, maar ook elders in het land zien we regelmatig weerstand van inwoners tegen de komst van een asielzoekerscentrum of vluchtelingenopvang in hun gemeente. Weerstand en onvrede kunnen uitmonden in spanningen tussen bewoners of protestacties gericht op de nieuwe bewoners of op de gemeente die voor hun komst verantwoordelijk is.

Hoe kunnen gemeenten daarmee omgaan? Onderzoek toont aan dat sociaal contact tussen (groepen) mensen helpt om onderlinge verschillen te overbruggen, polarisatie te verminderen en daarmee respectvol samenleven te bevorderen.

Als er al vluchtelingen in de gemeente zijn gehuisvest, kunnen de activiteiten die er voor hen zijn ook de nieuwkomers helpen zich welkom te voelen. Denk aan activiteiten die zijn gericht op ontmoeting, elkaar leren kennen en vergroten van onderling begrip. Hierdoor kunnen vooroordelen, angst of gevoelens van onveiligheid verminderd worden bij de bewoners en vice versa.

Maar wat kunnen gemeenten doen als het asielzoekerscentrum er nog niet is, en inwoners ook niet willen dat het komt?

  • Zorgen dat zij zich bewust zijn van wat leeft onder inwoners en van de verschillende sentimenten. Waarop is de weerstand gebaseerd? Meestal gaat het om meer dan vooroordelen of angst voor onveiligheid in de buurt door de komst van de nieuwkomers. Zo voelen zittende bewoners zich vaak niet gehoord en willen zij een stem hebben in wat er in hun wijk gebeurt.
  • Mensen niet over één kam scheren. Er zijn verschillende belangen, (leef)wensen en perspectieven. Dus wat voor de één een probleem is, hoeft dat voor de ander niet te zijn. Dat vraagt om een inclusieve oplossing die rekening houdt met die verschillen en waarbij de mensen die het aangaat het gevoel hebben dat zij er ook beter van worden.
  • Goed nadenken over hoe zij de nieuwe bewoners in de wijk introduceren. Hoe communiceert de gemeente naar de bewoners? Welke uitleg geven ze? Hoe framen ze het? Vaak wordt de opvang van vluchtelingen in de wijk gebracht als iets dat nu eenmaal moet, een verplichting die door het Rijk is opgelegd. Inwoners zien het daardoor als een probleem dat bij hen gedropt wordt. Dit beeld wordt mede versterkt door berichtgeving in de landelijke media.

Samengevat moeten gemeenten een open gesprek aangaan met de bewoners, met empathie luisteren naar hun zorgen, en dingen eerlijk uitleggen. Ook moeten ze samen kijken wat er gedaan kan worden om zorgen weg te nemen en welke investeringen eventueel gedaan kunnen worden om het voor iedereen prettig te maken in de wijk.

1 maand geleden