Belangrijk dat professionals met ouders in gesprek gaan over shame sexting

12-01-2022 10:24 | 2 jaar geleden Binnenland
Hilde Bakker

Dit is een expertquote via ANP Expert Support
Movisie
Aanleiding: Kwart van basisscholen heeft te maken met online shaming | KRO-NCRV

Uit onderzoek van Pointer en DUO Onderwijsonderzoek en Advies blijkt dat op een kwart van de basisscholen online naaktfoto’s worden verspreid door leerlingen. Ieder jaar wordt een grote groep jongeren slachtoffer van shame sexting: het ongewenst online verspreiden van (gemanipuleerd) seksueel getint beeldmateriaal met als doel de afgebeelde persoon aan de schandpaal te nagelen. Voorlichting en preventie kan dus niet vroeg genoeg beginnen.

Omdat de kinderen zo jong zijn, spelen ouders daarin een belangrijke rol. Deze weten vaak niet hoe dit aan te pakken, zeker als er een taboe is op praten over seksualiteit. Als professional kun je ouders adviseren hoe het gesprek aan te gaan met hun kinderen om shame sexting te voorkomen of hen te ondersteunen als het al gebeurd is.

Het ongewenst delen van deze beelden brengt grote risico’s met zich mee. De gevolgen van shame sexting zijn groot voor slachtoffers. Daders zijn zich hier vaak niet van bewust. Daarom is het belangrijk in gesprek te gaan met jongeren en hun ouders. De rol van opvoeding is groot in het (online) weerbaar maken van kinderen. Openheid en vertrouwen van de ouders naar hun kinderen en hen uitnodigen om eerlijk te zijn, zonder meteen te straffen of te verbieden, werkt beschermend.

Praten over shame sexting

Meisjes met bijvoorbeeld een Turkse of Hindoestaanse achtergrond kunnen door shame sexting in de ogen van hun familie of gemeenschap hun eer verloren hebben, waarmee zij ook risico lopen op eergerelateerd geweld door haar familie. Kennisplatform Integratie & Samenleving (KIS) ontwikkelde een toolkit: Praten over shame sexting voor professionals. Zij krijgen handvatten aangereikt om ouders met een migratieachtergrond te ondersteunen bij gesprekken over seksualiteit en shame sexting met hun kinderen. Professionals vinden het vaak lastig om dit op een cultuursensitieve wijze te doen. In de toolkit zijn concrete adviezen te vinden. Zoals:

  • Heb kennis en begrip van de schaamte- en eercultuur, maar ook van de eventuele religieuze context.
  • Neem de tijd om opvattingen en ervaringen van ouders in kaart te brengen.
  • Sluit in taal en formulering aan bij de ouders: liever woorden als intimiteit dan expliciet taalgebruik als seks
  • Ken de risico’s op eergerelateerd geweld en de stappen van de Meldcode.

Met de toolkit kunnen sociaal professionals ook aan de slag met groepsbijeenkomsten voor ouders. Veel ouders met een migratieachtergrond leren graag van ervaringen van andere ouders en van praktijkvoorbeelden. Zo help je hen om het gesprek aan te gaan met hun kinderen.

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met onze expert Hilde Bakker, of de communicatieadviseur van dit onderwerp Dyonne van Haastert.
Dit is een expertquote van een deelnemer van de dienst ANP Expert Support. De ANP-redactie is niet verantwoordelijk voor deze quote. Zie anp.nl/experts

Andere quotes van deze organisatie

Aandacht voor trans gemeenschap bij Pride Amsterdam nodig door verspreiding desinformatie

Dit jaar wordt er tijdens de Pride Amsterdam veel aandacht besteed aan de trans gemeenschap. Zo is er een TransPride Walk, een eigen boot tijdens de Canal Parade, en een campagne om aandacht te vragen voor de nieuwe transgenderwet. Dat laatste is geen overbodige luxe, want er wordt veel desinformatie verspreid over deze groep. En dat heeft gevolgen voor de veiligheid van trans personen.

In 2019 is een wetswijziging ingediend om het mogelijk te maken om iemands juridisch geslacht te veranderen zonder tussenkomst van een deskundige. Sindsdien is een beslissing hierover alsmaar uitgesteld, en ruim 3 jaar later is het nog steeds niet duidelijk of deze wetswijziging wordt doorgevoerd. Een relatief simpele wetswijziging is de afgelopen jaren veranderd in een gevoelig onderwerp.

In het debat rond de wetswijziging is namelijk veel desinformatie verspreid over trans personen, bijvoorbeeld dat het zo makkelijker wordt gemaakt voor volwassen mannen om meisjeskleedkamers binnen te komen. Ook volwassen (cisgender) vrouwen zouden gevaar lopen door deze wetswijziging om vergelijkbare redenen.

Het verspreiden van desinformatie gebeurt op sociale media, maar ook in de politiek, gevestigde media en door reclamecampagnes door groepen die tegen de wetswijziging zijn. 

Mede door het verspreiden van die desinformatie is het doorvoeren van de wetswijziging bemoeilijkt. Onderzoekers en belangenbehartigers wijzen bijvoorbeeld op het feit dat de deskundigen die nu bepalen of iemand diens juridisch geslacht mag wijzigen, eigenlijk altijd uitgaan van het standpunt van de persoon zelf. Ook corrigeren ze de wijdverspreide misvatting dat volwassen mannen nu de meisjeskleedkamer in mogen: daar vindt geen paspoortcheck plaats. Iemands juridisch geslacht staat hier los van. Sterker nog, trans personen lopen zelf meer risico op geweld en discriminatie. Bovendien wordt zo de indruk gewekt dat trans personen pedofiel of manipulatief zijn, wat erg kwalijk is.

Een andere misvatting is dat kinderen beschermd moeten worden tegen beslissingen die hun leven sterk beïnvloeden, zoals het doorgaan van een transitie. Zo’n beslissing moet weloverwogen zijn en een kind moet daarin begeleiding krijgen, maar uit onderzoek blijkt ook dat kinderen met transgender gevoelens die eerder toegang krijgen tot puberteitsremmers of hormoontherapie een betere mentale gezondheid hebben dan jongeren die daar pas later toegang tot hebben. 

De campagne om aandacht te vragen voor de nieuwe transgenderwet, wijtwijfelenniet.nl, zorgt ervoor dat er betrouwbare informatie over zowel de wetswijziging als de trans gemeenschap beschikbaar komt voor een groter publiek. Met de toename van het verspreiden van desinformatie over deze groep de afgelopen jaren is dat dus helaas nog steeds hard nodig.

2 maanden geleden

Organisaties moeten voortaan nieuwe algoritmes toetsen op burgerrechten

Organisaties die persoonsgegevens verwerken, moeten volgens de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) verantwoording afleggen om burgers te beschermen tegen misbruik van algoritmes en AI. Discriminatie, kansenongelijkheid, misleiding en gebrek aan transparantie vormen ernstige bedreigingen voor mensenrechten, zoals recentelijk aan het licht kwam bij incidenten bij DUO en UWV. Monitoren op gebruik is belangrijk, maar het vooraf toetsen van organisaties en systemen op burgerrechten is cruciaal. Een gebrek aan bewustzijn en gedeelde normen kan leiden tot moeilijk te herstellen situaties, zoals het institutioneel racisme bij de Belastingdienst. De Toeslagenaffaire heeft verstrekkende negatieve gevolgen gehad voor de gedupeerden en het vertrouwen in de politiek.

Bij het aanpakken van misbruik van algoritmes en AI zijn 'wat werkt'-mechanismen cruciaal. Twee van deze mechanismen zijn het vestigen van sociale normen en het bevorderen van confrontatie en bewustwording. Een goed institutioneel voorbeeld dat de werking van deze mechanismen stimuleert, is het Implementatiekader voor de Inzet van Algoritmen (IKA). Het introduceert een verplichte mensenrechtentoets voor nieuwe algoritmen. Deze verplichting is ingesteld door de demissionaire staatssecretaris voor Digitalisering, Alexandra van Huffelen.

Het gebruik van datagedreven besluitvorming is een onontkoombaar maatschappelijk fenomeen. Terughoudendheid bij het gebruik ervan en voortvarendheid bij de 'wat werkt'-regulering ervan vanuit het perspectief van de mensenrechten, is dé manier voor burgers, organisaties en de (demissionaire) overheid om gezamenlijk hun verantwoordelijkheid te nemen.

2 maanden geleden

Preventie en aanpak femicide beginnen met een gedeelde definitie

Afgelopen zondag verschenen er 43 paar rood geverfde hakken op de Dam in Amsterdam. Als symbool voor de 43 vrouwen die gemiddeld per jaar vermoord worden, veelal door hun mannelijke (ex-)partners, aldus de organisatie. Vaak wordt in dit verband gesproken over femicide.

Met de toegenomen aandacht voor femicide ontstaat ook discussie over het gebruik van de term. Movisie vindt het belangrijk dat er een duidelijke definitie komt van femicide. Alleen met een duidelijke definitie kunnen we meer te weten komen over de aard en omvang van femicide. Pas als dat volledig in beeld is, kunnen we gericht (preventief) beleid en handelingsperspectief ontwikkelen.

De laatste tijd is er volop media-aandacht voor ernstige moordzaken waarbij slachtoffers om het leven zijn gebracht door hun (ex-) partner. Dit zijn geen gezinsdrama’s die op zichzelf staan en door individuele problemen worden veroorzaakt. Hier spelen ook structurele (maatschappelijke) oorzaken een rol. Femicide is niet alleen partnerdoding.

Movisie hanteert de term femicide wanneer gender onderdeel is en één van de oorzaken is voor het doden van het slachtoffer. Gender gaat over de culturele en maatschappelijke betekenissen die worden gegeven aan de biologisch bepaalde sekse. Het betreft opvattingen over ‘mannelijkheid’ en ‘vrouwelijkheid’. Gender gaat daarmee over verwachtingen, rolpatronen en normen. Afwijken van de norm kan geweld oproepen.

Internationaal wordt ook gesproken over femicide als het gaat om doding van vrouwen door anderen dan hun partner, bijvoorbeeld bij moord of doodslag bij sekswerkers of transvrouwen. Ook deze vrouwen roepen weerstand op, omdat zij zich niet houden aan de strenge gendernormen. In Nederland wordt het gebruik van het woord femicide vooral gebruikt om uitdrukking te geven aan het specifieke risico dat vrouwen lopen om gedood te worden in de privésfeer door hun mannelijke partner of ex-partner. Movisie wil de aandacht voor fataal partnergeweld behouden, maar pleit voor verbreding en verdieping van de definitie van femicide.

De definitie van femicide moet recht doen aan deze verscheidenheid. Alleen met een duidelijke definitie komen we meer te weten over de aard en omvang van femicide. Pas als dat volledig in beeld is, kunnen we gericht (preventief) beleid en handelingsperspectief ontwikkelen.

3 maanden geleden

Vrijwel blinde burgemeester is inspirerend voorbeeld

De vrijwel blinde Tjarda Struik (1986) wordt de nieuwe burgemeester van Leiderdorp. Ze is daarmee een lichtend voorbeeld dat mensen met een beperking een actieve en prominente rol in politiek en beleid kunnen en moeten spelen. Dit is hard nodig, want deze groep is er nog zwaar ondervertegenwoordigd.

Tjarda Struik, momenteel nog VVD-raadslid in Zeist, geniet nu al grote bekend door haar filmpjes op TikTok: als zelfbenoemde blindfluencer heeft ze bijna 195.000 volgers. In haar humoristische posts laat ze zien hoe ze als persoon met beperking haar weg vindt: hoe ze een roerei maakt voor haar kinderen of een glas wijn inschenkt. Heel goed en belangrijk en een inspirerend voorbeeld dat Struik deze stap maakt naar het burgemeesterschap.

Mensen met een beperking zijn op dit moment nog zwaar ondervertegenwoordigd in politiek en bestuur. Van de ongeveer 12.000 volksvertegenwoordigers en bestuurders heeft nog geen 0,5 procent een structurele functionele beperking, terwijl dit voor 10 tot 15 proent van de Nederlandse bevolking geldt. Dat moet echt anders.

Manifest Toegankelijke Politiek

Eerder dit jaar ondertekende wij als Movisie, samen met vele andere organisaties, het Manifest Toegankelijke Politiek. We roepen de politieke partijen daarin op om de ambitie uit te spreken dat bij de gemeenteraadsverkiezingen van 2026 ten minste 5 procent van hun kandidaten te maken heeft met een beperking. Het uitspreken van deze ambitie geeft energie en een sterke stimulans om de vertegenwoordiging door mensen met een beperking te vergroten.

Het manifest noemt vijf concrete actiepunten om de drempel tot de politiek te verlagen. Deze actiepunten zijn:

  • Toegankelijker zijn in communicatie en voorzieningen
  • Mensen met een beperking actief benaderen
  • Rolmodellen inzetten
  • Mensen met een beperking de gelegenheid geven om enige tijd te laten meedraaien
  • Zorgen voor een aanspreekpunt als klankbord bij knelpunten

VN-Verdrag Handicap

Het manifest sluit ook goed aan op het VN-Verdrag Handicap dat Nederland al in 2016 heeft ondertekend en tot doel heeft dat de positie van mensen met een beperking verbetert. Een van de uitgangspunten van het verdrag is: “Niets over ons zonder ons”. Mensen met een beperking moeten betrokken zijn bij beslissingen die over hun leven gaan. Op het niveau van hun dagelijkse leven, maar ook op het niveau van politiek en beleid.

4 maanden geleden

Schrappen deel bijstandsregels voor jongvolwassenen werkt positief

Na Utrecht schaft nu ook de gemeente Arnhem de verplichte zoektermijn van vier weken voor jongeren tot 27 jaar die een bijstandsuitkering aanvragen af. Hiermee wijken zij af van de Participatiewet waarin staat dat een jongvolwassenen eerst vier weken moeten zoeken naar een baan of opleiding voordat zij een bijstandsuitkering kunnen krijgen. Het Arnhems college wil zo voorkomen dat kwetsbare jongeren buiten beeld raken. Utrecht ging hen in april al voor. Daar werd na een proef van een jaar, het loslaten van de vierweken zoektermijn structureel, ondanks tegenstand uit Den Haag.

En dat is goed nieuws. In de praktijk blijkt dat het toepassen van deze regels regelmatig leidt tot verergering van problemen. Schulden van jongeren lopen op en de kans op het verliezen van woonruimte neemt toe. Deze jongeren hebben vaak geen buffer om een maand zonder inkomen op te vangen. En ook geen familie of sociaal netwerk die dat voor hen kan doen. Een ander probleem is dat jongeren vaak al een enorme drempel hebben overwonnen om aan te kloppen voor ondersteuning. En als ze worden weggestuurd en na een maand moeten terugkomen, doen ze dit vaak niet en verdwijnen dan van de radar.

De achterliggende gedachte van de vierweken zoektermijn is dat jongeren anders te makkelijk een bijstandsuitkering aanvragen. In Utrecht hebben ze na een jaar proefdraaien niet de indruk dat het versoepelen leidt tot meer bijstandsaanvragen zegt wethouder Werk en Inkomen Linda Voortman. Die vrees lijkt dus ongegrond. Uit de evaluatie blijkt dat het schrappen van de zoektermijn (grotere) schulden bij jongeren voorkomt en het geeft hen minder stress. En ondanks een stijging van het totaal aantal bijstandsaanvragen, was in 2022 de toestroom van jongeren in de bijstand niet groter geworden.

Eind 2022 waarschuwde de Nationale Ombudsman ook al voor de negatieve effecten van de zoektermijn in het rapport Watertrappelen in de bijstand. Vier jaar geleden kwamen deze knelpunten ook al naar voren tijdens een aantal werksessies die Movisie en het Nederlands Jeugdinstituut (NJi) organiseerden. Tijdens de sessies bespraken beleidsmedewerkers, sociaal professionals, onderwijs en jongeren aan de hand van casussen uit de praktijk verschillende knelpunten voor jongeren in de Participatiewet en mogelijke oplossingsrichtingen.

Eén van de conclusies: de vierweken zoektermijn werkt averechts voor deze groep jongeren. Veel van de jongeren die zich melden zijn niet direct beschikbaar voor scholing of werk door allerlei andere problematiek op gebied van financiën, psychische problemen, onvoldoende netwerk, gebrek aan woonruimte. Ook toen bood de gemeente Utrecht al maatwerk. En het is fijn om te zien dat dit maatwerk nu structureel is geworden en navolging krijgt in andere gemeenten.

4 maanden geleden

Nederland moet armoede grondig aanpakken om bestaanszekerheid van inwoners te waarborgen

In Tilburg krijgen 150 gezinnen met een bijstandsuitkering twee jaar lang maandelijks 150 euro extra bijgeschreven. Tilburg is, na Zaanstad, de tweede Nederlandse gemeente die aan dit experiment ‘Gewoon geld geven’ van het Kansfonds meedoet. Vanuit internationale onderzoeken is bekend dat het onvoorwaardelijk geven van geld over de hele linie een positief effect heeft op het welzijn van mensen. En niet leidt tot verkwisting of onverantwoorde uitgaven zoals vaak gevreesd. Dat uitgaan van vertrouwen staat haaks op ‘de regels’ die zijn gemaakt vanuit een wantrouwend mensbeeld. Om die reden komen deze experimenten vaak lastig van de grond en duurt het lang om ze voor elkaar te krijgen.

Dat een stabiel en onvoorwaardelijk inkomen financiële rust en vertrouwen in de toekomst geeft, blijkt ook uit het vorige week verschenen eindrapport van DRIFT over de pilot van het Bouwdepot in de gemeente Eindhoven. Een experiment waarbij 30 (t)huisloze jongeren tussen de 18 en 21 jaar een jaar lang onvoorwaardelijk een maandelijkse schenking ontvingen van 1050 euro, om zelf te bouwen aan hun toekomst.

Movisie juicht deze experimenten toe. Het Kansfonds ziet dat er nu veel pleisters worden geplakt, bijvoorbeeld in de vorm van energiemaatregelen en maaltijden op school. Die pleisters zijn natuurlijk goed bedoeld, maar als je bestaanszekerheid van je inwoners echt wilt garanderen, moeten we armoede fundamenteel aanpakken. Movisie merkt dat steeds meer professionals daaraan willen bijdragen. Aan de Challenge armoede in de week van Wereldarmoededag op 17 oktober deden afgelopen jaar duizenden sociaal werkers, beleidsmakers, vrijwilligers en ervaringsdeskundigen mee.

De deelnemers leerden onder meer hoe zij de structurele oorzaken van armoede kunnen agenderen en hoe dit kan bijdragen aan de aanpak van armoede en schulden. De opdrachten zijn gebundeld in het werkboek ‘Armoede beter begrijpen, verrijk je kennis in vijf dagen’ gebaseerd op de Challenge Armoede 2022.

4 maanden geleden